eed
Voor de lippen als ze droog staan, de bronnen waaraan zelfs kamelen sterven voor de kinderen alleen gelaten met hun extase, hun geluk, de harten stil grijs vult de muren, de vloer, alleen alleen... voor de woorden nooit gezegd, dat je mag, dat je kan dat ze bestaan, de gevoelens in je buik, de golven in je bed het bonken van tranen in de slokdarm van je diepste weten... een kus, ik leg mijn ontsteltenis in het gewas, een uil weet er vast blijf mee, ik vraag het roodborstje boven mijn hoofd om een toon en een oor zo´n zoen geef ik jou, mij. ik supporter in mijn mensenpak, je bent en je bent meer, de kosmische bom tikt ook in mij, ik knipper ritmisch jouw droom tegemoet een ster, nomadisch, blootsvoets als het moet! Voor de blaren op de voeten als geen schoen je nog past... een wijze aan je poorten gekomen, een vriend.