De liefde ruimte geven

De liefde ruimte geven
beminnend verdwalen in de chaos van het innerlijk
waar alles is, waar koud en warm fuseren zonder lauw te zijn.
Iets te beleven voorbij het timbre van de huidspanning, haar zenuwbanen
en alles wat ze omhult. Waar
het lichaam reeds is als al het andere eromheen;
een tel en dan nog één.

Het droomperk bestormen,
in het volledige wezen,
waar de nacht waard is en dient,
een antiek blad waarop de zee kolkt
en de kopjes zich vullen met aarzelende tederheid
want is het niet ergens verdwaald?

Het licht ja, verraadt ons fel, het lokt
ons in het lichaam en vernauwt ons, wij zeggen
‘dit ben ik, dit ben jij niet’ en wat liefde is
wordt verdoezeld tot cultus en het maken van kinderen.

De chaos heerst, rukt op
verrukt ons met haar wetmatigheid,
het doodgaan dichtbij houden
nooit meer te verhullen, het dooft immers al de genietingen.

Dit lijden verslaat onze arrogantie, kaatst gauw weer terug,
want het licht is sterk, maant tot vergetelheid.
Sommigen echter blijven verslagen,
zien zonder verblinding de leegte van onze dagelijkse daden
hun falen: ze geloven hun ogen te zijn.

Een ontwapende enkeling beleeft soms echter;
het zonlicht aan haar bron is zwart gespannen,
de gaten waar de nacht is,
en de dromers verworden tot heelal.

Reacties

Populaire posts